Skip to content Skip to footer

DE WIJZIGINGEN IN HET HUURRECHT VANAF 1 SEPTEMBER 2018

Op 14.07.2017 werd het voorontwerp van het ‘Decreet houdende bepalingen betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan’ goedgekeurd. Dit decreet zal binnen Vlaanderen de bestaande Woninghuurwet vervangen en voorziet een aantal belangrijke wijzigingen.

Nieuwe opzegmodaliteiten

De wetgever heeft willen inspelen op de maatschappelijke realiteit dat er steeds meer en variërende vormen van huurcontracten van korte duur worden afgesloten. Zodoende wordt voorzien in een vroegtijdige eenzijdige opzegging, met als doel het bevorderen van de woonzekerheid.

Naast de huurovereenkomst van negen jaar, blijft het mogelijk om contracten van korte duur voor één, twee of drie jaar af te sluiten.

De nieuwigheid voor deze overeenkomsten van korte duur is gelegen in de mogelijkheid voor de huurder om het contract op elk tijdstip op te zeggen. Hierbij dient de huurder wel een opzegtermijn van drie maanden in acht te nemen. Vergelijkbaar met de vroegtijdige opzegging bij overeenkomsten van negen jaar, heeft de verhuurder heeft wel recht op een vergoeding van respectievelijk 1,5 maand, 1 maand of 0,5 maand huur indien de huurder opzegt tijdens het eerste, het tweede of het derde jaar van de huur.

Aan de verhuurder wordt geen bijkomende mogelijkheid geboden om de overeenkomst van vroegtijdig op te zeggen. Op dat vlak blijft de wetgeving ongewijzigd en zal de verhuurder steeds de lopende overeenkomst van korte duur dienen te respecteren.

Inzake de opzeg voor eigen gebruik wordt een belangrijke wijziging doorgevoerd in die zin dat enkel de verhuurder in persoon tijdens de eerste driejarige periode hiervan gebruik kan maken. Pas na de eerste driejarige periode zal het eigen gebruik kunnen uitgebreid worden naar de echtgenoot, partner, kinderen, … .

De opzeg voor renovatie- en/of verbouwingswerken wordt dan weer versoepeld aangezien de verhuurder na het verstrijken van de eerste driejarige periode op ieder ogenblik de huurovereenkomst kan opzeggen om deze reden

Verhoging van de huurwaarborg van 2 naar 3 maanden:

De huurwaarborg zal opgetrokken worden van 2 maanden huur naar 3 maanden huur. Hiermee wordt tegemoetgekomen om het risico voor de verhuurder bij een niet-betalende huurder te beperken. Voor de minder vermogende huurders wordt de mogelijkheid van de huurwaarborglening in het leven geroepen; de huurders kunnen op anonieme wijze een lening aangaan met de Vlaamse overheid.

Inzake de specifieke regels voor studentenhuisvesting zal de huurwaarborg echter beperkt blijven tot 2 maanden huur.

Tevens zal de verhuurder verplicht binnen 1 jaar na het einde van de overeenkomst een vordering moeten instellen om de vrijgave van de huurwarborg in zijn voordeel te bekomen.

Waarborgen van een minimale woonkwaliteit:

Het huurpand zal verplicht in overeenstemming moeten zijn met de bepalingen van de Vlaamse Wooncode. Indien een woning bij aanvang van de huurovereenkomst niet aan deze vereisten voldoet, kan de huurder de huurovereenkomst nietig laten verklaren met een terugvordering van de reeds betaalde huurgelden. De verhuurder kan wel ngo een aanspraak maken op een bezettingsvergoeding conform het werkelijke genot dat de huurder heeft gehad.

Het conformiteitsattest en de plaatsbeschrijving zullen zodoende een doorslaggevende rol spelen. Het conformiteitsattest bij aanvang van de huurovereenkomst geldt immers als (weerlegbaar) vermoeden dat het pand in goede staat werd afgeleverd.

Huurprijs

Indien de verhuurder energiebesparende investeringen zal uitvoeren aan het pand die de normale huurwaarde na de werken met 10 % zal verhogen, kan de verhuurder de huurprijs nog tijdens de huurovereenkomst verhogen. Deze verhoging vindt plaats in onderling overleg met de huurder of bij gebreke daaraan door de Vrederechter.

Overlijden

De Vlaamse regering maakt ook een einde aan de onduidelijkheid die er nu vaak is als de huurder overlijdt. De huur wordt voortaan van rechtswege ontbonden op het einde van de tweede maand na het overlijden van de huurder. Aan de verhuurder is bijgevolg een vergoeding van één maand huur verschuldigd bijkomende op deze huurgelden. Indien de erfgenamen aldus de huur wensen voor te zetten zullen ze dit tijdig kenbaar moeten maken.

Mr. Gert DAMIAANS