Skip to content Skip to footer

Praktische problemen bij co-ouderschap

Co-ouderschap komt meer en meer voor bij echtscheidingen. Steeds meer ouders willen bij echtscheiding de kinderen immers afwisselend opvoeden. In de praktijk worden co-ouders nogal eens geconfronteerd met administratieve rompslomp:

1. Kinderbijslag:

A. Wie is rechthebbende?

De vader opent bij voorrang het recht op kinderbijslag, ongeacht zijn beroepsactiviteit (werknemer of zelfstandige). Wanneer de vader geen beroepsactiviteit uitoefent, is de vol-gende in rang de loontrekkende of zelfstandige moeder die rechthebbende is.

Bij ouders van hetzelfde geslacht, is het de oudste van de partners die het recht opent. Bij gebreke aan enige beroepsactiviteit, zal de jongste partner rechthebbend zijn.

Wanneer het tot een echtscheiding komt, verandert dit niet. Indien beide ouders gezamen-lijk het ouderlijk gezag uitoefenen, dan zal het kinderbijslagfonds dat de kinderbijslag uit-betaalde vóór de echtscheiding, dit ook blijven doen na de echtscheiding.

Bij wijze van voorbeeld: het kinderbijslagfonds van vader betaalde aan de moeder sedert de geboorte van het kind de kinderbijslag. Ook na de echtscheiding zal het fonds van de vader blijven betalen aan de moeder. Bij wijze van vonnis of eventueel in de notariële akte echtscheiding onderlinge toestemming, kan vader zijn voorrangsrecht aan moeder afstaan. Vanaf dan zal het kinderbijslagfonds van de moeder aan haar betalen.


B. Wie ontvangt de kinderbijslag?

In de regel wordt deze vraag beantwoord ofwel in de notariële akte echtscheiding onder-linge toestemming ofwel in het vonnis dat de verblijfsregeling van de kinderen bepaalt. In de andere gevallen wordt de kinderbijslag toegekend aan de bijslagtrekkende. Dit is prin-cipieel de moeder of de andere persoon die het kind opvoedt.


C. Hoe zit het met de rangorde van de kinderen.

Men gaat er fictief vanuit dat de gescheiden ouders nog één gezin vormen maar bij de be-paling van de rangorde is er iets bijzonders: Indien er in het nieuwe gezin van de ene ou-der die de kinderbijslag ontvangt nog andere kinderen zijn, dan tellen die (andere) kin-deren wél mee. Dit gaat ten koste van de andere ouder bij wie de kinderen in diens nieuwe gezin niet meetellen. Dit financiële verschil dient onderling verrekend te worden want het Kinderbijslagfonds houdt hier geen rekening mee.

Wanneer de kinderbijslag doorloopt bij de meerderjarigheid is er geen sprake meer van co-ouderschap en zal het Kinderbijslagfonds de feitelijke situatie nagaan wie de rechthebben-de en bijslagtrekkende persoon is.

2. Hoe zit het met de familiale polis:

Co-ouders kunnen geen gezamenlijke familiale verzekering nemen. Indien ze familiaal verzekerd willen zijn dan dienen ze beiden een afzonderlijke familiale polis af te sluiten.

Rene KUMPEN
Advocaat – Vennoot