Skip to content Skip to footer

SOCIALE INSPECTIE & SALDUZ BIS: EEN GOEDE MATCH?

Sedert 27 november 2016 is de Wet van 21.11.2016 betreffende bepaalde rechten van personen die worden verhoord in werking getreden. Deze wet is beter bekend als Salduz bis.

De Wet Salduz bis verruimt met name in belangrijke mate de rechten van verdachten bij een verhoor in elke fase van het strafrechtelijk onderzoek, zowel van verdachten die van hun vrijheid zijn beroofd (gearresteerd of in voorlopige hechtenis) als van verdachten die niet van hun vrijheid zijn beroofd.

Een van de belangrijkste vernieuwingen is ongetwijfeld dat elke verdachte recht heeft op voorafgaandelijk vertrouwelijk overleg met een advocaat en bijstand door een advocaat tijdens alle verhoren, ongeacht of hij van zijn vrijheid beroofd is of niet.
Enige uitzondering hierop is dat geen wettelijk recht op voorafgaandelijk vertrouwelijk overleg met een advocaat en bijstand door een advocaat tijdens het verhoor bestaat indien de feiten waarover de verdachte wordt gehoord niet strafbaar zijn met een gevangenisstraf (een vrijheidsstraf).

Wat betekent dit nu voor sociale misdrijven, zoals bijvoorbeeld tewerkstelling zonder voorafgaandelijke DIMONA in dienstmelding, inbreuken op reglementering deeltijdse arbeid, tewerkstelling van illegaal in België verblijvende werknemers, onwettige terbeschikkingstelling van werknemers, inbreuken inzake werk- en rusttijden, belemmering van toezicht …
Het sociaal strafrecht kent met het Sociaal Strafwetboek een geheel eigen sanctiemechanisme.

Meer bepaald zijn de sociale misdrijven opgedeeld in 4 sanctieniveaus, waarbij niveau 1 (de lichtste inbreuken) enkel met een administratieve geldboete kunnen worden gestraft. Het gaat hier voornamelijk om het niet-nakomen van louter administratieve verplichtingen.

Niveau 4 stelt de zwaarste inbreuken strafbaar met een geldboete van 600 euro tot 6.000 euro – te vermenigvuldigen met de opdeciemen van 8 (sedert 01.01.2017) en met het aantal betrokken werknemers – en/of een gevangenisstraf van 6 maanden tot 3 jaar. Het betreft dan bijvoorbeeld geen of geen tijdige DIMONA in dienstmelding, reglementering inzake deeltijdse arbeid, tewerkstelling van illegaal in België verblijvende werknemers, …

Strikt genomen geldt er enkel een recht op bijstand door een advocaat tijdens een verhoor van een verdachte dewelke wordt verdacht van een sociaal misdrijf van niveau 4, het zwaarste sanctieniveau…

Meer nog, indien een verdachte die niet van zijn vrijheid is beroofd, wordt verhoord over feiten die hoogstens een misdrijf kunnen uitmaken van niveau 1, niveau 2 of niveau 3, heeft deze strikt genomen zelfs geen wettelijk recht op voorafgaandelijk vertrouwelijk overleg met een advocaat.

In de praktijk zal een sociaal inspecteur van een der sociale inspectiediensten een verdachte evenwel vaak schriftelijk uitnodigen voor een verhoor op latere datum. De verdachte heeft dan alle mogelijkheid om op eigen initiatief voorafgaandelijk zijn advocaat te raadplegen en te overleggen. Bovendien is het zo dat heel wat sociaalrechtelijke misdrijven door het Sociaal Strafwetboek bestraft worden met een sanctie van niveau 4.

Tenslotte is het bovendien zo dat indien de advocaat een verdachte vergezelt naar het bureau van een sociale inspectiedienst en het verhoor handelt over feiten van niveau 1, niveau 2 of niveau 3, de advocaat geacht wordt het verhoor toch te mogen bijwonen, dit althans volgens de memorie van toelichting bij de Wet Salduz bis.

De sociaal inspecteur is niet verplicht om de verdachte in dat geval van deze mogelijkheid in kennis te stellen. De verdachte dient hiervoor zelf initiatief te nemen.

Het moet tenslotte gezegd dat heel wat sociaal inspecteurs hoe dan ook geen bezwaar maken wanneer een verdachte verzoekt om tijdens zijn verhoor door een advocaat te worden bijgestaan.

Deze houding is ook enkel maar aan te moedigen.

Mr. Steven VANDEBROEK
Advocaat – Vennoot