Een echtscheiding impliceert een overeenkomst of een definitieve gerechtelijke beslissing over het verblijf van de kinderen, maar ook over de verdeling van bepaalde kosten, die betrekking hebben op de kinderen, waaronder studiekosten.
Vaak wordt een financiële regeling opgelegd of overeengekomen waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen verblijfsgebonden kosten en buitengewone kosten.
Maar welke kosten zijn buitengewone studiekosten?
Het Koninklijk besluit tot vaststelling van de buitengewone kosten die voortvloeien uit artikel 203, § 1 van het Burgerlijk Wetboek en de wijze van tenuitvoerlegging ervan bepaalt dat als ‘buitengewone schoolkosten’ worden weerhouden (beperkte opsomming):
“2° de volgende kosten betreffende de schoolse opleiding : a) meerdaagse schoolactiviteiten tijdens het schooljaar zoals ski-, zee- en bosklassen, school- en studiereizen en stages;
b) noodzakelijk gespecialiseerd en kostelijk studiemateriaal en/of schoolkledij, aan speciale taken verbonden, die vermeld staan op een lijst die de onderwijsinstelling aflevert;
c) het inschrijvingsgeld en de cursussen voor hogere studies en bijzondere opleidingen alsook niet gesubsidieerd onderwijs;
d) de aankoop van informatica-apparatuur en printers met de softwareprogramma’s die voor de studie noodzakelijk zijn;
e) de bijlessen die het kind moet volgen om in zijn schooljaar te slagen;
f) de kosten verbonden aan de huur van een studentenkamer;
g) bijkomende specifieke kosten verbonden aan een buitenlands studieprogramma;
na aftrek van eventuele school- en studietoelagen en andere studiebeurzen.“
Behalve in geval van hoogdringendheid moeten ouders op voorhand overeenkomen over bijvoorbeeld de keuze van het kot of de computer.
Deze wettelijke omschrijving van ‘buitengewone kosten’ is niet heel concreet en geeft aanleiding tot verschillende discussies in de praktijk, zoals bijvoorbeeld:
- Wat met de aankoop van een auto om de verplaatsing naar de hogeschool of universiteit te maken?
- Wanneer is studiemateriaal noodzakelijk?
- Wanneer zijn bijlessen noodzakelijk?
- Wat met bus- en/of treinabonnementen?
- Wat met de aparte kosten van verwarming en elektriciteit dit mijn kind verschuldigd is voor het kot naast de maandelijkse huurprijs?
- Is de onderhoudsbijdrage nog verschuldigd wanneer mijn kind op kot zit gezien hij/zij niet meer voltijds ‘inwoont’ bij de ouders en hier aldus niet meer dezelfde intensiteit in elektriciteit/verwarming wordt verbruikt?
- Wat met het weekgeld dat ik mijn kind geef om op kot in zijn eten te voorzien?
Teneinde deze discussies te vermijden, is het aan te raden dat voor elk van deze situaties een specifieke regeling wordt voorzien, ofwel in de overeenkomst die u sluit met uw ex-partner, dan wel door een verzoek aan de rechtbank in uw echtscheidingsprocedure om deze situaties specifiek op te nemen in het vonnis.
Op deze manier kan u vele discussies, met bijkomende kosten tot gevolg, vermijden in de toekomst!
Voor meer info, neem gerust contact op met één van onze specialisten.
Vanessa VLIEGEN
Advocaat – vennoot – erkend bemiddelaar
[email protected]
(bereikbaar via 011/28.64.26)