Skip to content Skip to footer

ONGEVAL OVERKOMEN AAN EEN UITZENDKRACHT

Stel: U stelt een uitzendkracht te werk in uw onderneming en er overkomt hem of haar een arbeidsongeval op de werkvloer of op weg naar en van het werk.  

Indien het een ernstig ongeval betreft, is het slachtoffer mogelijks lange tijd arbeidsongeschikt en kan er zelfs sprake zijn van een blijvende arbeidsongeschiktheid.

Behalve het menselijke leed dat dit met zich meebrengt, stelt zich de vraag: wie gaat deze kosten vergoeden?

Wanneer het een arbeidsongeval betreft, is de werkgever hiervoor in principe verzekerd via zijn arbeidsongevallenverzekering.

Vergoedingen voor tijdelijke (TAO) of blijvende arbeidsongeschiktheid (BAO) compenseren het verlies van loon of het feit dat men op de arbeidsmarkt minder concurrentieel is geworden. Deze worden in geval van een arbeidsongeval in principe uitbetaald door de arbeidsongevallenverzekeraar van de werkgever van het slachtoffer.    

Daarnaast zal de arbeidsongevallenverzekeraar in principe dekking verlenen voor terugbetaling van medische, chirurgische en farmaceutische kosten en ziekenhuiskosten volgens het RIZIV-tarief. Tevens geldt een tegemoetkoming in de verplaatsingskosten en de bezoekkosten.

In geval van tewerkstelling van een uitzendkracht is de werkgever van de uitzendkracht het uitzendkantoor, zodoende dat de arbeidsongevallenverzekeraar van het uitzendkantoor in principe zal tussenkomen.

De Arbeidsongevallenwet, dewelke een lange geschiedenis kent en dateert van 1971, vertrekt van een aantal principes:

Elke werkgever moet een verzekering tegen arbeidsongevallen en ongevallen op weg naar en van het werk afsluiten bij een erkende verzekeringsmaatschappij;

Het slachtoffer van een arbeidsongeval heeft in principe recht op vergoeding ongeacht de oorzaak van het ongeval. Het slachtoffer hoeft niet aan te tonen dat de werkgever een fout heeft begaan, noch dat hijzelf geen fout heeft begaan;

Behoudens in een aantal gevallen vastgelegd in de Arbeidsongevallenwet geniet de werkgever in principe van ‘burgerlijke immuniteit’;

Artikel 46 van de Arbeidsongevallenwet bepaalt:

 § 1. Ongeacht de uit deze wet voortvloeiende rechten blijft de rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid mogelijk voor de getroffene of zijn rechthebbenden:
  1° tegen de werkgever die het arbeidsongeval opzettelijk heeft veroorzaakt of die opzettelijk een ongeval heeft veroorzaakt dat een arbeidsongeval tot gevolg heeft;
  2° tegen de werkgever wanneer het arbeidsongeval schade aan goederen van de werknemer heeft veroorzaakt;
  3° tegen de lasthebber of aangestelde van de werkgever die het arbeidsongeval opzettelijk heeft veroorzaakt;
  4° tegen de personen, andere dan de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, die voor het ongeval aansprakelijk zijn;
  5° tegen de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, wanneer het ongeval zich voordoet op de weg naar en van het werk.
  6° [tegen de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, wanneer het ongeval een verkeersongeval betreft. Onder verkeersongeval wordt verstaan ieder ongeval in het wegverkeer waarbij één of meer al dan niet gemotoriseerde voertuigen zijn betrokken en dat verband houdt met het verkeer op de openbare weg.] <W 
1999-01-25/32, art. 7, 029; Inwerkingtreding : 16-02-1999>
  [7° tegen de werkgever die de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk zwaarwichtig heeft overtreden en die daardoor de werknemers aan het risico van arbeidsongevallen heeft blootgesteld, terwijl de ambtenaren die zijn aangewezen om toezicht te houden op de naleving van die bepalingen, in toepassing van [
1 artikelen 43 tot 49 van het Sociaal Strafwetboek]1 hem schriftelijk :
  a) hebben gewezen op het gevaar waaraan hij deze werknemers blootstelt;
  b) hebben medegedeeld welke overtredingen werden vastgesteld;
  c) passende maatregelen hebben voorgeschreven;
  d) [
2 …]2 ] <W 2004-12-27/30, art. 153, 048; Inwerkingtreding : 10-01-2005>
  [De burgerlijke aansprakelijkheidsvordering wordt niet toegelaten tegen de werkgever die bewijst dat het ongeval mede is toe te schrijven aan de niet naleving door de getroffen werknemer van de hem voorafgaandelijk door de werkgever schriftelijk ter kennis gebrachte veiligheidsinstructies terwijl de nodige veiligheidsmiddelen hem ter beschikking werden gesteld.] <W 
1999-12-24/36, art. 97, 032; Inwerkingtreding : 10-01-2000>
  § 2. Onverminderd de bepalingen van § 1, is de [verzekeringsonderneming] verplicht de vergoedingen, die voortvloeien uit deze wet te betalen binnen de bij de artikelen 41 en 42 gestelde termijn. <W 
2001-08-10/54, art. 35, 040; Inwerkingtreding : 17-09-2001>
  [De volgens het gemeen recht toegekende vergoeding, die geen betrekking kan hebben op de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij gedekt is door deze wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze wet toegekende vergoedingen.] <W 07-07-1978, art. 4>
  ———-
  (1)<W 
2010-06-06/06, art. 55, 068; Inwerkingtreding : 01-07-2011>
  (2)<W 
2016-05-16/01, art. 7, 085; Inwerkingtreding : 02-06-2016>
  
  (NOTA : bij arrest nr 149/2016 van 24 november 2016 (B.St. 13-01-2017, p. 1770), heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel 46, §1, eerste lid, 7°, d) vernietigd, zoals het van toepassing was voor de opheffing ervan bij de wet van 16 mei 2016 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken)

Op basis van bovenstaand artikel 46 (en behoudens de erin opgesomde uitzonderingsgevallen) zou het uitzendkantoor, nadat tussenkomst is verleend door haar arbeidsongevallenverzekeraar, nadien niet meer kunnen worden aangesproken door het slachtoffer of zijn rechthebbenden.

In de praktijk gebeurt het dat slachtoffers of hun rechthebbenden zich richten tot de gebruiker, stellende dat de ‘burgerlijke immuniteit’ door de gebruiker niet kan worden ingeroepen.    

Zo dreigt de gebruiker met een schadeclaim te worden geconfronteerd, niet enkel van het slachtoffer maar zelfs van de arbeidsongevallenverzekeraar van het uitzendkantoor wanneer deze laatste de gebruiker meent te kunnen beschouwen als de voor het arbeidsongeval aansprakelijke, zoals bedoeld in artikel 47 van de Arbeidsongevallenwet.          

Het is steeds aanbevolen zich goed te verzekeren tegen dergelijk risico en de nodige contractuele waarborgen in te bouwen.  

Bovendien kan de gebruiker in geen geval worden aangesproken indien haar onderneming geen fouten heeft gemaakt dewelke (mede) tot het ongeval hebben geleid.

Waakzaamheid is geboden.  

Steven VANDEBROEK