Skip to content Skip to footer

Aannemer: bepaal zelf uw rechten en plichten

Het Burgerlijk Wetboek bevat de bepalingen die aan het contractenrecht ten gronde liggen en die in het algemeen alle contracten en hun uitvoering beheersen. Deze bepalingen zijn voornamelijk “van aanvullend recht”, d.w.z. dat partijen in de overeenkomst vrij overeenkomen wat zij willen en daarin enkel beperkt worden door wat strijdig zou zijn met de openbare orde of met wetgeving van dwingend recht (o.m. de verboden bedingen in de overeenkomst tussen onderneming en consument, art. VI.83 Wetboek Economisch Recht). Slechts in de mate dat de contractpartijen niets overeenkwamen, wordt het contract aangevuld door de bepalingen van het algemeen verbintenissenrecht.

Inzake aannemingsovereenkomsten is het niet anders, zelfs bevat het Burgerlijk Wetboek bijzonder weinig artikels die de aannemingsovereenkomst beheersen! Dit wil zeggen dat u bij de contractvorming in zeer verregaande mate zelf kan bepalen welke uw rechten en verbintenissen zullen zijn! Doet u dit niet, dan neemt u het risico dat de rechter bij het beoordelen van een geschil het art. 1135 B.W. kan inroepen, niet om de inhoud van de overeenkomst te wijzigen maar wel om deze te interpreteren en zelfs aan te vullen met alles wat volgens hem ingevolge de billijkheid, het gebruik of de wet acht wordt deel te zijn van de overeenkomst. Stel het u maar voor dat de schrijnwerker zich niet verbond tot uitvoering van kitwerken en deze kost dus niet opnam in zijn offerte maar dat de rechter het als billijk ervaart dat die werken inbegrepen zijn? Of nog dat u een kelder maakt die perfect beantwoordt aan de omschrijving in de offerte maar zonder materiaal en/of conceptkeuze waardoor deze volkomen vocht- en waterdicht zou zijn en dat de rechter naderhand oordeelt dat elke kelder, ook zonder uitdrukkelijke bepaling, gebruikelijk en noodzakelijk perfect droog- en vochtvrij moet zijn, dermate dat hij ook voor een dokterspraktijk kan aangewend worden? Of nog dat dat u in een fabriekshall een betonvloer uitvoert waaromtrent de rechter naderhand stelt dat de bouwheer naar billijkheid of gebruik mocht verwachten dat een betonvloer niet alleen geschikt is voor stockage maar ook voor plaatsing van uiterst gevoelige productieapparatuur terwijl daarvoor normaliter een specifieke afwerkingsgraad (met bijhorende prijs) wordt afgesproken? Wat zijn de gevolgen (o.m. op de prijs en uitvoeringstermijnen) indien u zonder overeenkomst hierover tijdens de uitvoering van uw werken op niet voorziene grondmassieven of vervuiling stuit of nog wanneer er vb. onvoorziene droogzuigingswerken nodig blijken en er dus niet alleen de kosten van een onderaannemer droogzuigingswerken dreigen maar ook het risico en de kost van de lozingsvergunning in het riool?

Het is van zeer groot belang duidelijk en schriftelijk te omschrijven waartoe u zich precies verbindt en waartoe niet en aldus meteen ook uw verantwoordelijkheden af te perken. Hierin tekortschieten impliceert het risico dat er u verbintenissen en kosten worden opgelegd die u niet voor ogen had en perfect had kunnen vermijden.

Denk er ook aan dat de onderaannemingsovereenkomst een volstrekt afzonderlijk contract is en het dus niet vanzelfsprekend is dat de onderaannemer ook effectief uitvoert wat er in de hoofdaanneming werd bedongen en/of aansprakelijk kan gesteld worden voor eventuele niet-conformiteiten die door de bouwheer worden aangeklaagd. Dit moet uitdrukkelijk overeengekomen worden, eventueel met transparantie of met toepassing van het “back-to-back” principe.

Neem dus zeker geen genoegen met algemene voorwaarden en/of een standaard-overeenkomst die u van een collega overnam of van het internet plukte maar stel een overeenkomst op die “op uw maat geschreven is”, aangepast aan uw activiteit én aan de concrete werf.

Dirk Vandecasteele – Gert Damiaans – Bart Quanten