Skip to content Skip to footer

Cassatiearrest van 9 oktober 2017: het begrip van samenwonen in de werkloosheidsreglementering verduidelijkt

Voor het bepalen van het bedrag van de uitkeringen wordt een onderscheid gemaakt tussen drie categorieën van rechthebbenden naargelang hun gezinssituatie:

  • Werknemers met gezinslast (gezinshoofden)
  • Werknemers die samenwonen met personen die zelf over een beroeps-of vervangingsinkomen beschikken (samenwonenden)
  • de andere werknemers (alleenstaanden)

Het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering voor samenwonenden is lager dan dat voor de gezinshoofden of de alleenstaanden.

Overeenkomstig artikel 59, eerste lid, Uitvoeringsbesluit Werkloosheid wordt onder samenwonen verstaan het onder hetzelfde dak samenleven van twee of meer personen die hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen.

In het arrest 09 oktober 2017 heeft het Hof van Cassatie zich gebogen over de vraag wat begrepen dient te worden onder “hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen”.

Volgens de RVA moest “hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen” begrepen worden dat het volstaat dat hun financiële en/of materiële tussenkomst een essentieel deel van de huishoudelijke aangelegenheden betreft, zodat er sprake is van een economisch-financieel voordeel door het samen wonen onder één dak.

Het Hof van Cassatie, op eensluidend advies van de Advocaat-generaal, wees de invulling van de RVA af als te beperkt en oordeelde dat om te kunnen besluiten dat twee of meer personen die onder hetzelfde dak wonen hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen en dus samenleven, is vereist, maar volstaat het niet, dat zij een economisch-financieel voordeel behalen door een woning te delen.

Daarvoor is tevens vereist dat zij ook taken, activiteiten en andere huishoudelijke aangelegenheden, zoals het onderhoud van de woonst en eventueel het inrichten ervan, de was, de boodschappen, het bereiden en nuttigen van de maaltijden gemeenschappelijk verrichten en daarvoor eventueel financiële middelen inbrengen.

De bodemrechter oordeelt in feite of de huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk worden geregeld.

Het cassatieberoep tegen het arrest van het Arbeidshof te Gent, Afdeling Gent van 5 september 2016, waarin de appelrechters hadden geoordeeld dat er geen sprake is van het hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen van de huishoudelijke aangelegenheden, werd verworpen.

Mr. Mieke LIESENS