Skip to content Skip to footer

REEKS : HET NIEUWE ERFRECHT – TOPIC 4 – ouders krijgen een onderhoudsvordering in plaats van een wettelijke reserve op de nalatenschap van hun kinderloos kind.

Onder de oude wetgeving beschikten de ouders van kinderen die geen nakomelingen achterlieten een gewaarborgd erfrecht. Deze waarborg bedroeg ¼ langs moederszijde en ¼ langs vaderszijde. Wanneer in het verleden iemand testamentloos overleed zonder afstammelingen na te laten dan verwierven diens ouders dan ook onaantastbaar ¼ van dit vermogen. Deze reserve kon worden uitgehold via een schenking of via een testament door het kind aan diens echtgeno(o)t(e) of diens wettelijk samenwonende partner. De feitelijk samenwonende partner kon niet op dezelfde wijze worden begiftigd.

De nieuwe wet schaft deze reserve af.

Zij behouden wel hun erfrecht maar hun erfrecht zal niet langer onaantastbaar zijn. Wanneer een kind testamentloos overlijdt en geen afstammeling nalaat, kunnen zij nog steeds een deel van de nalatenschap vererven maar het is thans mogelijk om dit aan hen volledig te ontnemen. Deze verandering is vooral interessant voor feitelijk samenwonenden die geen afstammelingen hebben en van wie de ouders nog steeds in leven zijn. Door de nieuwe wet zullen feitelijk samenwonenden immers hun volledig vermogen aan hun partner kunnen nalaten of schenken zonder rekening te houden met de ouderlijke reserve. Er wordt dus meer vrijheid gelaten.

De keerzijde van deze vrijheid is evenwel de mogelijkheid voor de ouders, indien ze behoeftig zijn, om aanspraak te maken op een alimentatierecht onder de vorm van een maandelijkse rente of onder de vorm van een kapitaal. Behoeftige bloedverwanten in opgaande lijn worden hierdoor niet aan hun lot overgelaten. Zij krijgen ten laste van de nalatenschap van de kinderloos overleden erflater een onderhoudsvordering. Een dergelijke vordering bestond ook onder de oude wet maar was beperkt tot de ouders die hun reserve verloren zagen gaan door de giften van hun kind aan diens langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner. De nieuwe wet voorziet deze beperking niet meer voor het instellen van een onderhoudsvordering.

Welk zijn de voorwaarden voor een dergelijke onderhoudsvordering :
– enkel mogelijk als de ouders behoeftig zijn op het ogenblik van het overlijden van een kind of ten gevolge het overlijden van het kind (door het overlijden).
– begrensd tot de omvang van die reserve (per opgaande lijn ¼ van de nalatenschap). Dit laatste is logisch vermits de onderhoudsvordering in de plaats komt van de wettelijke reserve.
– de wetgever legt vast hoe het kapitaal of de gekapitaliseerde waarde van de lijfrente moet worden berekend.

René KUMPEN