Skip to content Skip to footer

CHECKLIST VOOR DE SAMENWERKING MET EEN BUITENLANDSE (ONDER)AANNEMER IN DE BOUW – DEEL 7

-Mr. Johan NULENS en Mr. Veerle NIJS, specialisten sociaal recht-


Zoals aangekondigd zal deze nieuwsbrief handelen over de verplichtingen van de buitenlandse aannemer ten overstaan van de PDOK oftewel languit, de Patronale Dienst voor Organisatie en Kontrole van de bestaanszekerheidsstelsels.

In de bouwsector is via sectoriële CAO’s een stelsel van getrouwheids- en weerverletzegels uitgebouwd. De getrouwheidszegels belonen arbeiders voor hun getrouwheid aan de sector (9 % van het brutoloon), de andere compenseren het loonverlies in geval van onderbreking van een begonnen arbeidsdag omwille van weersomstandigheden. De PDOK int bij de werkgevers de nodige bijdragen en kent de premies toe aan de arbeiders en stelt daartoe de zogenaamde zegelkaarten op.

Een buitenlandse aannemer die in België activiteiten verricht die onder het PC nr. 124 vallen en dus werknemers in de bouwsector tewerkstelt is eveneens onderworpen aan het stelsel van de getrouwheidszegels, doch niet aan dit van de weerverletzegels.

De regeling van de getrouwheidszegels behoort immers tot de minimale arbeidsvoorwaarden die volgens de Belgische wetgeving ook moeten gerespecteerd worden door buitenlandse aannemers die voor de uitvoering van bouwwerken personeel naar België detacheren, tenzij de buitenlandse aannemer gevestigd is in een lidstaat van de EER en de gedetacheerde arbeiders voor de periode van tewerkstelling in België in het uitzendland reeds een voordeel genieten dat vergelijkbaar is met de getrouwheidszegels. Onder een ‘vergelijkbare regeling’ verstaat men een regeling die de werkgever verplicht om bovenop het normale loon een premie, doorgaans een getrouwheids-, eindejaarspremie of dertiende maand, te betalen, hetzij bijdragen te betalen ter financiering van een dergelijke premie.

Zo is de regeling van de getrouwheidszegels niet van toepassing op Nederlandse ondernemingen die in hun land onderworpen zijn aan de CAO voor het Bouwbedrijf en Duitse ondernemingen die het raamakkoord tussen België en Duitsland hebben ondertekend (voorafgaande aangifte aan ULAK die de betaling van de 13de maand controleert). Het PDOK oordeelt of een gegeven systeem wel of niet ‘vergelijkbaar’ is.

De buitenlandse aannemer is verplicht zich aan te melden en in te schrijven bij de PDOK. Hij ontvangt dan een inlichtingenformulier dat hij moet invullen en terugsturen, tezamen met desgevallend het bewijs van het bestaan van een gelijkwaardig voordeel in het uitzendland. Vervolgens zal hij een aansluitingsnummer bekomen.

De verplichting tot aanmelding bij de PDOK bestaat ook wanneer de buitenlandse aannemer in zijn thuisland een vergelijkbaar systeem heeft.

Na afloop van ieder kwartaal zal de buitenlandse aannemer via een speciaal formulier de bezoldigingen van de arbeiders die in België tewerkgesteld zijn, moeten aangeven aan de PDOK. Deze aangifte bevat de lijst van de arbeiders die in België tijdens het desbetreffende kwartaal tewerkgesteld waren en het bedrag van hun bruto bezoldigingen. Vervolgens moet de werkgever een bijdrage van 9,12 % (9 % voor de toekenning van getrouwheidszegels en 0,12 % voor beheerskosten) van de aangegeven brutolonen aan de PDOK betalen en dit uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal waarvoor de bijdrage verschuldigd is.

Iedere arbeider ontvangt jaarlijks een vergoeding van 9 % van het brutoloon voor de werkzaamheden die in België zijn uitgevoerd. De toekenning geschiedt eenmaal per jaar na afloop van het dienstjaar (van 1 juli t.e.m. 30 juni). In de loop van de maanden september stuurt de PDOK de getrouwheidskaarten aan de werkgever of dienst lasthebber of aangestelde in België.

Wanneer de buitenlandse aannemer vrijgesteld is van de bijdrageplicht omdat hij in zijn thuisland een vergelijkbaar systeem van premie heeft, vermeldt hij op de kwartaalaangifte uitsluitend de identiteitsgegevens van de tijdelijk in België tewerkgestelde arbeiders.

Indien de buitenlandse aannemer de voormelde verplichtingen van aangifte en/of betaling aan de PDOK niet naleeft zal hij geacht worden een sociale zekerheidsschuld te hebben waarvoor de opdrachtgever of de hoofdaannemer hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld en waarvoor de inhoudingsplicht geldt.

De regeling inzake weerverletzegels daarentegen is niet van toepassing op buitenlandse aannemers die arbeiders naar België detacheren die in het bezit zijn van geldig detacheringsbewijs A1. De buitenlandse aannemers moeten in dat geval echter wel de bepalingen van de Belgische wetgeving naleven op grond waarvan hun werknemers recht hebben op een volledig gewaarborgd dagloon bij onderbreking van de werkzaamheden wegens weerverlet.

Wanneer u als opdrachtgever of hoofdaannemer werkt met een buitenlandse (onder)aannemer is het aangewezen te controleren of deze in orde is met zijn verplichtingen t.o.v. van de PDOK. Dit kan het best gewaarborgd worden door ieder kwartaal aan de buitenlandse onderaannemer te vragen een attest of verklaring van de PDOK bij te brengen waarin bevestigd wordt dat hij in orde is qua aangifte en betaling.

In onze volgende nieuwsbrief zullen we dieper ingaan op de hoofdelijke aansprakelijkheid en inhoudingsplicht bij sociale en/of fiscale schulden.


Mr. Johan NULENS & Mr. Veerle NIJS