Skip to content Skip to footer

De aangifte van nalatenschap en haar burgerrechtelijke gevolgen

Bij elk overlijden moet de nalatenschap van de overledene binnen een termijn van in principe 4 maanden worden aangegeven aan de Vlaamse Belastingdienst. Dit gebeurt door middel van de zogenaamde “aangifte van nalatenschap” waarin het vermogen van de overledene uitvoerig wordt weergegeven en de verdeling van de nalatenschap tussen de erfgenamen wordt beschreven. De aangifte van nalatenschap kan individueel worden ingediend of gezamenlijk door alle erfgenamen worden tezamen.

De aangifte van nalatenschap is voor de erfgenamen in de regel een louter fiscale verplichting. De Vlaamse Belastingdienst zal immers op basis van deze aangifte(s) de door iedere erfgenaam verschuldigde erfbelasting berekenen.

In principe brengt de aangifte van nalatenschap dan ook geen burgerrechtelijke gevolgen teweeg voor de (minnelijke of gerechtelijke) vereffening-verdeling van de nalatenschap.

Het Hof van Beroep van Brussel heeft dit uitgangspunt in een recent arrest echter sterk genuanceerd. Volgens het Hof belet het feit dat de aangifte van nalatenschap een fiscale verplichting is niet dat de ingediende aangifte toch een weerslag op burgerrechtelijk vlak kan hebben.

Het Hof is van mening dat verklaringen in een aangifte van nalatenschap zonder een uitdrukkelijk burgerrechtelijk geformuleerd voorbehoud wel degelijk burgerrechtelijke gevolgen teweeg kunnen brengen. Dit is het geval indien deze verklaringen op een zodanige wijze worden gedaan dat ze niet anders kunnen worden uitgelegd dan verklaringen afgelegd met het doel om burgerlijkrechtelijke gevolgen teweeg te brengen.

Het Hof komt tot dit besluit aangezien de verdeling van de nalatenschap en de waardebepaling van (roerende en onroerende) goederen niet aan enige vormvereisten zijn onderworpen. Bovendien worden er ook geen bijzondere vorm- of geldigheidsvoorschriften opgelegd om een akkoord tussen partijen te verwoorden.

De door de erfgenamen ondertekende aangifte van nalatenschap kan aldus een uitdrukkelijk akkoord tot verdeling van de nalatenschap bevatten en bijgevolg worden beschouwd als een overeenkomst tussen partijen.

Het voordeel hiervan is dat de erfgenamen de opportuniteit wordt geboden om door middel van een gezamenlijke aangifte van nalatenschap een onderhandse akte te creëren bevattende hun akkoord tot verdeling van de nalatenschap. Hiertoe is wel vereist dat uit de bewoordingen van de aangifte van nalatenschap duidelijk blijkt dat alle erfgenamen daadwerkelijk de bedoeling hadden om een akkoord te sluiten over de verdeling van de nalatenschap van de overledene en om daar burgerrechtelijke gevolgen aan vast te knopen.

Indien men niet de bedoeling heeft om in de aangifte van nalatenschap een akkoord te sluiten over de verdeling van de nalatenschap of over de waardering van een goed, is het sterk aangewezen om in de aangifte van nalatenschap een uitdrukkelijk burgerrechtelijk voorbehoud te formuleren. Op die manier geeft de erfgenaam in kwestie duidelijk aan dat de aangifte van nalatenschap enkel en alleen wordt ingediend om aan zijn of haar fiscale verplichting te voldoen zonder dat dit gevolgen teweeg kan brengen voor de latere vereffening-verdeling van de nalatenschap van de overledene.

Men is dus gewaarschuwd!

Deze bijdrage is slechts een oppervlakkige bespreking van de vergaande gevolgen die de – op het eerste zicht louter fiscale – aangifte van nalatenschap teweeg kan brengen en is vooral bedoeld om u hierop attent te maken.

Indien u vragen heeft bij het invullen van de aangifte van nalatenschap, aarzel dan niet om de in het erfrecht gespecialiseerde advocaten bij Argus Advocaten te raadplegen!

Lennert JEURISSEN