Skip to content Skip to footer

DE UITKERING NA ECHTSCHEIDING: WIN FOR LIFE?

In de praktijk worden wij regelmatig geconfronteerd met vragen rond de alimentatie dewelke de ene ex-echtgenoot aan zijn/haar partner dient uit te betalen na een echtscheiding.

Is er steeds een alimentatie verschuldigd aan de partner die financieel zwakker is? Wanneer is een dergelijke alimentatie verschuldigd? Hoeveel kan deze maximaal bedragen? Hoelang dient dit te worden uitbetaald?

In de eerste plaats is het belangrijk de ‘uitkering na echtscheiding’ te onderscheiden van ‘het persoonlijk onderhoudsgeld’.

Tijdens een echtscheidingsprocedure, kan de echtgenoot m.a.w. 2 uitkeringen vragen:

  • Een persoonlijk onderhoudsgeld : dit moet worden betaald lopende de echtscheidingsprocedure en tot aan het definitief worden van de echtscheiding.
  • Een uitkering NA echtscheiding: dit moet worden betaald na het definitief worden van de echtscheiding.

De twee uitkeringen hebben ook een andere invalshoek. Een persoonlijk onderhoudsgeld moet ervoor zorgen dat de onderhoudsgerechtigde de ‘levensstandaard’ van partijen tijdens het huwelijk kan behouden, ook lopende de echtscheidingsprocedure. De uitkering na echtscheiding heeft tot doel de behoeftige echtgenoot bij te staan.

In deze nieuwsbrief lichten wij u de basisprincipes toe rond ‘de uitkering na echtscheiding’.

In welke gevallen heeft u recht op een uitkering na echtscheiding?  

De wet stelt dat een behoeftige echtgenoot een alimentatie (=uitkering na echtscheiding) kan vorderen van zijn/haar ex-partner in geval van echtscheiding.

De Rechtbank zal het bedrag bepalen zodoende dat ‘de staat van behoefte’ van de uitkeringsgerechtigde echtgenoot gedekt is.

Wat betekent dit in concreto?

Vooreerst zal de Rechtbank moeten nagaan of de partner die de uitkering vordert, zich wel degelijk bevindt in een ‘staat van behoefte’.

De uitkering na echtscheiding is m.a.w. geen automatisme.

Het is in geen geval zo dat de partner die tijdens het huwelijk minder verdiende, steeds aanspraak kan maken op een uitkering na echtscheiding.

Indien de echtgeno(o)t(te) zelf in zijn/haar onderhoud kan voorzien, bevindt deze zich niet in een staat van behoefte en zal er geen uitkering verschuldigd zijn.

Een concreet voorbeeld:

Wim en Els waren gehuwd. Wim had een inkomen van 6.000,00 EUR/maand, Els had een inkomen van 2.000,00 EUR/maand. Wim en Els gaan scheiden en Els vordert een uitkering na echtscheiding. Zij stelt dat zij hierop recht heeft gezien Wim een veel hoger inkomen heeft dan haar.

De vordering van Els zal falen op de eerste toets, te weten de ‘staat van behoefte’.

Met een inkomen van 2.000,00 EUR kan Els in haar eigen onderhoud voorzien. Zij bevindt zich in geen geval in een situatie van behoeftigheid.

Het voormelde werd recent ook bevestigd door het Hof van Cassatie in haar arrest van 25.01.2021.

Nadat is uitgeklaard of er een staat van behoefte is, wordt nagegaan wat de mogelijkheden van partijen zijn. De persoon die de uitkering vordert, zal moeten aantonen dat hij/zij al zijn verdienmogelijkheden uitput (part time tewerkstelling – full time tewerkstelling). Wanneer de uitkeringsgerechtigde zelf zijn/haar staat van behoefte bewerkstelligd heeft of in stand houdt, verliest deze zijn/haar recht op een mogelijkse uitkering.

Voorbeeld:

Wouter en Joline zijn gehuwd. Tijdens het huwelijk werkte beide echtgenoten full time. Gedurende de echtscheiding neemt Joline ontslag en werkt zij bewust niet. Zij vordert van Wouter een uitkering na echtscheiding. De Rechtbank zal bij haar beoordeling rekening houden met het gegeven dat Joline bewust ontslag nam en op die manier haar inkomen zeer laag houdt. Hierdoor kan zij haar recht op een uitkering na echtscheiding verliezen.

Ten slotte wordt gekeken of de persoon die de uitkering vraagt, een terugval kent van zijn/haar economische situatie.

De wetgever wenste dat wordt nagegaan of de onderhoudsgerechtigde zijn inkomsten of zijn mogelijkheden om inkomsten te verwezenlijken niet heeft kunnen optimaliseren precies wegens (of tijdens) het huwelijk met de onderhoudsplichtige.

Of er sprake is van een aanzienlijke terugval van de economische situatie dient te worden nagegaan door vergelijking tussen enerzijds de economische situatie van de uitkeringsgerechtigde op datum echtscheiding (uiteraard rekening houdende met de mogelijkheden) en de situatie waarin de uitkeringsgerechtigde zich zou bevinden indien deze niet gehuwd was met de uitkeringsplichtige of indien andere keuzes werden gemaakt tijdens het huwelijk die een invloed hebben gehad op zijn verdienvermogen.

Hoeveel bedraagt de uitkering na echtscheiding?

De wet voorziet niet in tabellen waarin de mogelijkse uitkering na echtscheiding wordt begroot.

De omvang van de uitkering hangt dan ook af van de concrete omstandigheden van het dossier.

In ieder geval mag de uitkering nooit hoger liggen dan 1/3de van het inkomen van de uitkeringsplichtige echtgenoot.

Hoelang dient de uitkering te worden betaald?

De betalingsverplichting mag niet langer zijn dan de duur van het huwelijk.

Let wel, in geval van uitzonderlijke en buitengewone omstandigheden kan de Rechtbank een langere duur toestaan. De uitkeringsgerechtigde zal moeten aantonen dat hij/zij ook na de voormelde termijn niet in staat is in zijn/haar eigen onderhoud te voorzien.

Indien de financiële situatie van partijen – na het toekennen van de uitkering na echtscheiding – wijzigt, onafhankelijk van de wil van partijen, voorziet de wet in een herzieningsmogelijkheid. De zaak kan alsdan opnieuw aan de Rechtbank worden voorgelegd, met de vraag om de uitkering te verhogen, te verminderen of af te schaffen.

Conclusie van het verhaal : de uitkering na echtscheiding is zeker geen win for life. Het is niet omdat de ene echtgenoot tijdens het huwelijk meer verdiende, dat deze automatisch een uitkering na echtscheiding moet betalen. Elk dossier zal in concreto worden beoordeeld met als belangrijkste vraag: is er een staat van behoefte?

Wenst u meer te vernemen over de ‘uitkering na echtscheiding’? Neem dan snel contact op met onze specialisten van de cel Familiaal vermogensrecht en erfrecht.

Ann KEUNEN