Skip to content Skip to footer

Help! Mijn mede-erfgenaam doet de inboedel na verkoop verdwijnen!

Ten gevolge van vererving ontstaat tussen de erfgenamen een toevallige of gewone mede-eigendom van de goederen die tot de nalatenschap behoren.

Deze vorm van mede-eigendom is niet georganiseerd en heeft een tijdelijk karakter. De toevallige mede-eigendom is namelijk bestemd om te verdwijnen en uit te monden in een exclusief eigendomsrecht aangezien iedere deelgenoot op elk ogenblik de uitonverdeeldheidtreding kan vorderen. In het kader van een opengevallen nalatenschap zal dit gebeuren door de vereffening-verdeling.

In veel gevallen erven de kinderen samen de voormalige gezinswoning van hun ouders waardoor ze met elkaar in onverdeeldheid zijn. Vaak zal er gekozen worden voor een verkoop van dit onroerend goed zodat elke erfgenaam zijn erfdeel in waarde kan ontvangen.

Helaas gebeurt het regelmatig dat niet alle erfgenamen hun medewerking even goed verlenen. Zo werden wij recentelijk gecontacteerd door een erfgename die dit aan den lijve mocht ondervinden. Samen met haar zus had zij het onroerend goed geërfd waarin haar moeder tot aan haar overlijden had gewoond. Beide zussen besloten om het onroerend goed met inbegrip van een deel van de inboedel te verkopen. In de onderhandse verkoopovereenkomst werden deze roerende goederen uitdrukkelijk benoemd: stoelen, tafels, kasten, verlichting, koelkast, diepvriezer, enz.

Tot haar grote verbazing werd onze cliënte na het verlijden van de notariële verkoopakte geconfronteerd met klachten van de kopers omdat de inboedel verdwenen was. Om dit probleem te verhelpen, werkte zij mee aan elke vorm van minnelijke oplossing. Door de halsstarrige houding van haar zus bleken al deze pogingen onsuccesvol.

Uiteindelijk gingen de kopers over tot dagvaarding van beide deelgenoten voor het Vredegerecht om ofwel teruggave van de roerende goederen beschreven in de verkoopovereenkomst ofwel terugbetaling van de waarde van deze roerende goederen te bekomen.

Omwille van het feit dat onze cliënte voortdurend haar volledige medewerking had verleend aan de talrijke pogingen om samen met de kopers tot een minnelijke oplossing te komen en zij dit kon bewijzen aan de hand van briefwisseling, besloot de vrederechter dat haar niets kon worden verweten. Hoewel beide zussen werden veroordeeld tot terugbetaling van de waarde van de desbetreffende roerende goederen, kwam onze cliënte er ongeschonden vanaf. Rekening houdend met de houding van beide zussen, verplichte de vrederechter dat de zus van onze cliënte haar diende te vrijwaren.

De moraal van het verhaal luidt dus als volgt: zelfs indien men als mede-erfgenaam geconfronteerd wordt met moeilijkheden die worden veroorzaakt door andere erfgenamen is er geen reden tot paniek zolang het eigen geweten zuiver is. Belangrijk is wel dat men zich steeds open en transparant opstelt en hiervan bewijs verzamelt om dit nadien te kunnen aantonen.

Argus Advocaten staat u graag met raad en daad bij indien u zich in een zulke hekelige en emotioneel belastende situatie bevindt.

Lennert JEURISSEN