Skip to content Skip to footer

Single used plastic: een stand van zaken

Op dit ogenblik drijft er meer dan 150 miljoen ton plastic in de zee. Vertegenwoordigers van de Europese Commissie sloten in december 2018 een akkoord om deze problematiek tegen te gaan. Het akkoord bevat verschillende maatregelen, waarvan de eerste definitief mochten ingaan op 3 juli 2021.

Naast deze recente generieke datum zijn er nog een aantal toekomstige specifieke data waarop telkens nieuwe Single Used Plastic-regels van kracht worden. De maatregelen zijn zowel gericht op producenten, als op consumenten én werden telkens afgestemd op het type product.

Toekomstige voorbeelden zijn:

Vanaf 2022 moeten lidstaten zorgen voor minder gebruik van plastic on-the-go verpakkingen (zoals drinkbekers en voedselcontainers) (artikel 4);

Vanaf 2024 moeten doppen en deksels vastzitten aan plastic flessen en drankverpakkingen. Zo worden ze automatisch ingeleverd voor recycling (artikel 6);

Vanaf 2025 moeten PETflessen voor minstens 25% uit gerecycleerde kunststoffen bestaan. In 2030 moet dit minstens 30% zijn (artikel 6);

In 2025 moet minimaal 77% van alle plastic drankflessen tot 3 liter worden ingezameld. In 2029 moet dit minimaal 90% zijn (artikel 9);

De Single Used Plastic (hierna: SUP) richtlijn verplicht de EU-lidstaten tot het nemen van verscheidene soorten maatregelen.

Deze maatregelen bestaan dus in verschillende vormen. Zo zal voor een aantal producten (1) een verplichting worden opgelegd vooraleer men deze op de markt kan brengen (zoals een markering), (2) een uitbreiding van de producentenverantwoordelijkheid volgen én (3) een geheel verbod wordenopgelegd.

Verbod

De meeste verboden mochten reeds ingaan op 3 juli 2021, maar tot en met eind 2024 wordt deze lijst stelselmatig uitgebreid.

Wat houdt dergelijk verbod in? De producten waarvoor een verbod geldt mag men simpelweg niet meer op de markt brengen / verkopen vanaf het ogenblik dat het verbod ingaat. Oude voorraden mogen echter wel nog worden gebruikt. Vanaf 3 juli 2021 zijn bijvoorbeeld wattenstaafjes, rietjes, bestek, borden, roerstaafjes… niet meer toegestaan. Eens de voorraden volledig zijn uitgeput, dient men dus op zoek te gaan naar alternatieven.

Alle verboden gelden eveneens voor producten die gedeeltelijk werden geproduceerd uit plastic of bioplastic.

Markeringen

Voor andere producten werd er in plaats van een verbod een markering voorzien. Deze markering laat zien dat er kunststof in het product verwerkt zit, in welke afvalbak het thuishoort én bevat het informatief opschrift dat het zwerfafval schadelijk is voor het milieu.

Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV)

Zoals men al zag aankomen betalen producenten vanaf heden mee aan het opruimen / inzamelen van afval dat door henzelf werd geproduceerd. Idealiter zou dit hier eindigen, maar zoals men al voelt aankomen zal dit eveneens de definitieve marktprijs beïnvloeden.

De invoering van UPV werd stapsgewijs bepaald op 5 januari 2023. en zal dus geen plotsklapse ommekeer met zich meedragen. Huidige maatregel resulteert eerder in het geleidelijk aan meegroeien. Zodoende ondernemingen de mogelijkheid wordt geboden om o.a. alternatieven te zoeken en/of de impact van deze onkost op hun onderneming beter in te schatten.

Hoever staan we in België met de implementatie en omzetting van de SUP-richtlijn?

Het Koninklijk Besluit (KB) betreffende producten voor eenmalig gebruik en ter bevordering van herbruikbare producten werd door de federale regering goedgekeurd én ligt momenteel ter inwinning van advies bij de Raad van State. De federale regering voorziet het definitief goedkeuren van dit initiatief in de loop van januari 2022.

Betreffende het verplicht aanbrengen van pictogrammen op de verpakking van een aantal éénmalige kunststofproducten werd een uitvoeringsverordening gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Dergelijke producten betreffen o.a. hygiëneproducten, vochtige doekjes, tabaksproducten en bekers. Aangezien dergelijke verordening direct toepasbaar is als juridisch instrument binnen onze landsgrenzen worden deze niet nogmaals afzonderlijk omgezet in nationale wetgeving.

In deze uitvoeringsverordening werden de regels waaraan de pictogrammen en markeringen aan moesten voldoen uitgewerkt qua icoon, lettertype, tekst …

De SUP-richtlijn schrijft ook voor dat producenten de zwerfvuilkost moeten dragen van een aantal SUP-producten. Het gaat hier met name om: Bepaalde plastic voedselverpakkingen, zoals dozen, zakjes en wikkels voor voedingsmiddelen, plastic drankverpakkingen van max. 3 liter, plastic drinkbekers, lichte plastic draagtassen, vochtige doekjes, ballonnen, tabaksproducten met filters…

Het Vlaams materialendecreet mocht deze recente herziening veralgemenen naar alle producten met een belangrijke impact op het zwerfvuil. De hierboven vermelde opsomming wordt zo eveneens uitgebreid tot o.a. kauwgom én blikjes.

Aan de hand van studies onderzoekt OVAM de samenstelling van het zwerfvuil en de onkosten die het met zich meebrengt tot het opruimen ervan. Op deze manier kan men de onkosten vanaf 2023 evenredig verdelen tussen de producenten.

Wat is het opzet van de evaluatie d.d. 3 juli 2027?

De achterliggende motivering van de SUP-richtlijn betreft het stimuleren van hergebruik. De richtlijn bepaalt uitdrukkelijk dat men de impact ervan dient te evalueren tegen uiterlijk 3 juli 2027.

Het opzet van deze beoordeling bevat de analyse of de bij richtlijn bepaalde kunststofproducten voor éénmalig gebruik reeds duurzaam werden vervangen door andere materialen én een overzicht van de gehele levenscyclus van deze producten. Echter stopt de analyse niet hier én gaat men zelfs veel verder dan dat.

Eveneens wordt een marktonderzoek gevoerd met betrekking tot de invloeden van deze wijzigingen op consumptiepatronen (vraag aanbod, én prijs spelen hier een belangrijke rol).

Heeft u nog vragen omtrent de impact van de SUP-richtlijn, aarzel niet én neem contact op met Argus Advocaten. Onze specialisten staan ter uw beschikking voor bespreking, advies en optreden. 

Moira BLASCETTA