Een belangrijke wijziging in vergelijking met vroeger is dat de uitzendkracht bij de sociale verkiezingen 2020 bij de gebruiker stemrecht zal hebben. Deze wetswijziging gaat verder dan het advies nr. 2.103 dat de NAR op 23.10.2018 gaf ter voorbereiding van de sociale verkiezingen 2020.
Om stemrecht te hebben moet de uitzendkracht evenwel aan twee cumulatieve voorwaarden voldoen:
1/ De uitzendkracht moet ofwel gedurende drie onderbroken maanden gewerkt hebben, ofwel, in geval van onderbroken tewerkstellingsperiodes, gedurende in totaal minstens 65 arbeidsdagen gewerkt hebben.
Deze 3 maanden of 65 arbeidsdagen moeten gepresteerd worden in de periode die loopt van 1 augustus 2019 tot aan de datum van aanplakking van de verkiezingsdatum. Dit is de “dag X” (of Y-90). Afhankelijk van de verkiezingsdatum zal deze dag X ergens in februari 2020 vallen.
2/ Daarnaast zal de uitzendkracht in de periode vanaf dag X (of Y-90) tot en met 13 dagen voor de verkiezingsdatum (dit is dag Y-13) ministens 26 arbeidsdagen moeten gewerkt hebben.
Om het aantal maanden tewerkstelling of het aantal arbeidsdagen te berekenen wordt zowel naar de tewerkstelling in de juridische entiteit van de gebruiker als in de technische bedrijfseenheid van de gebruiker, wanneer die uit meerdere juridische entiteiten bestaat, gekeken.
Het is dus belangrijk vanaf 1 augustus 2019 alle werkdagen van de uitzendkrachten bij te houden. Dit is van belang om correcte kiezerslijsten op te stellen.
Uitzendkrachten die aan de voormelde voorwaarde voldoen moeten worden opgenomen op de voorlopige kiezerslijsten die op dag X bekend gemaakt wordt. Wanneer dit niet gebeurt kan de betrokken uitzendkracht of een representatieve vakorganisatie binnen de 7 dagen (X+7) bezwaar aantekenen en desgevallend beroep instellen indien aan het geformuleerde bezwaar niet het gewenste gevolg gegeven wordt.
Op dag Y-13 worden deze uitzendkrachten op de definitieve kiezerslijsten behouden of geschrapt naargelang ze al dan niet aan de kiesvoorwaarden voldoen en op dag Y-13 nog bij de gebruiker werkzaam zijn.
Om een uitzendkracht van de kiezerslijsten te schrappen is eenparige beslissing van de ondernemingsraad of het CPBW nodig. Bij ontstentenis van een ondernemingsraad of CPBW is een instemming van alle leden van de syndicale afvaardiging vereist.
Deze beslissingen zijn niet voor beroep vatbaar.
Mr. Johan NULENS