Artikel 49/1, eerste lid Wegverkeerswet bestraft de persoon die zijn rijbewijs niet inlevert binnen de voorziene termijn nadat tegen hem een rijverbod werd uitgesproken.
Voor de invoering van deze strafbepaling (door de wet van 18 juli 2012, art. 3) kon de niet of laattijdige inlevering van het rijbewijs slechts worden gestraft met een geldboete van 10,00 euro tot 250,00 euro (te verhogen met de opdeciemen).
Uit de wetsgeschiedenis van artikel 49/1 Wegverkeerswet volgt dat de wetgever een afzonderlijke strafbaarstelling met beduidend zwaardere straffen noodzakelijk achtte om te vermijden dat na de kennisgeving van het rijverbod toch verder zou worden gebruik gemaakt van het rijbewijs.
Sinds de invoering van artikel 49/1 Wegverkeerswet kan de niet of laattijdige inlevering van het rijbewijs worden gestraft met een geldboete van 200,00 euro tot 2000,00 euro (te verhogen met de opdeciemen).
Op grond van artikel 38, § 1, 1° Wegverkeerswet kan voor dit misdrijf ook een rijverbod worden uitgesproken.
Het Hof van Cassatie heeft in een recent arrest van 22 februari 2022 uitspraak gedaan omtrent de concrete toepassing van artikel 49/1 Wegverkeerswet.
Volgens het Hof van Cassatie kan niet worden aangenomen dat het moreel bestanddeel van het misdrijf van artikel 49/1 Wegverkeerswet noodzakelijk bestaat in opzet, dit is het wetens en willens aannemen van de strafbare gedraging.
Aldus is het misdrijf bepaald in artikel 49/1 Wegverkeerswet strafbaar ongeacht of het wordt gepleegd met opzet dan wel louter door een onachtzaamheid.
Indien u geconfronteerd wordt met de kennisgeving van een uitgesproken rijverbod, heeft u er dus alle belang bij om uw rijbewijs tijdig in te leveren. Een gewaarschuwd mens telt voor twee!
BRUGMANS Stef – ARGUS Advocaten