Skip to content Skip to footer

AAN WIE GEEFT U HET MEEST: UW ECHTGENOOT OF DE FISCUS?

Nadenken over en het uitwerken van een concrete vermogensplanning is belangrijk. Echtgenoten wensen elkaar te bevoordelen, zoveel mogelijk aan hun kinderen te geven, …. .

Vermogensplanning is maatwerk en let op: de fiscus kijkt mee.

Het Hof van Beroep te Gent sprak recent een interessant arrest uit aangaande een concrete situatie van vermogensplanning.

Wat was de casus?

De echtgenoten in deze zaak hadden hun sucessieplanning aangepast toen werd vastgesteld dat mevrouw ongeneeslijk ziek was.

De betrokken echtgenoten waren initieel gehuwd onder het wettelijk huwelijksstelsel zonder huwelijkscontract. Zij sloten nadien, in 2005, een huwelijkscontract af waarbij een verblijvingsbeding naar keuze werd toegevoegd. Door middel van dit verblijvingsbeding komen de echtgenoten overeen dat de overlevende echtgenoot kan kiezen: wenst hij/zij de gehele gemeenschap te vererven? Wenst hij/zij enkel het vruchtgebruik van de nalatenschap te verkrijgen? De overlevende echtgenoot heeft de vrije keuze en kan met kennis van zaken beslissen wanneer zijn/haar partner komt te overlijden.

Let wel, een dergelijk verblijvingsbeding kan nare fiscale gevolgen hebben. Immers, wanneer de overlevende echtgenoot de gehele gemeenschap naar zich laat komen, zal hij/zij de helft van de huwgemeenschap verkrijgen zonder erfbelasting te betalen (dit deel was immers reeds van hem/haar), doch op de overige helft is erfbelasting verschuldigd.

De echtgenoten in casu waren zich hiervan bewust en wanneer dan bleek dat mevrouw ongeneeslijk ziek was, brachten zij een tweede wijziging aan in hun huwelijkscontract.

Het stelsel werd in februari 2016 gewijzigd naar een stelsel van scheiding van goederen met een beperkt gemeenschappelijk vermogen. Deze wijziging ging gepaard met een ontbinding van het gemeenschappelijk vermogen waarbij de meeste goederen toebedeeld werden aan het eigen vermogen van meneer. Het is net deze ongelijke toebedeling van goederen uit de gemeenschap die het onderwerp van discussie vormde in het onderhavige arrest.

In september 2016 overleed mevrouw. In het kader van de aangifte van de nalatenschap kondigde VLABEL aan dat het wijzigend huwelijkscontract dd. 24 februari 2016 werd  beschouwd als fiscaal misbruik.

Het vermoeden van fiscaal misbruik was gebaseerd op:

1/De korte tijdspanne tussen de uitbreng (van de goederen uit de gemeenschap en toebedeling aan het eigen vermogen van meneer) en het overlijden van mevrouw;

2/het feit dat de uitbreng naar de eigen vermogens van de echtgenoten eenzijdig was, immers de meeste goederen gingen naar meneer, en

3/het feit dat men dezelfde zekerheid had kunnen bekomen door het opmaken van het keuzebeding of verblijvingsbeding. Ook dan hadden de goederen van de huwgemeenschap aan meneer kunnen toekomen.  

De fiscus beriep zich op de fictiebepaling van artikel 2.7.1.0.4. VCF en oordeelde dat er alsnog erfbelasting verschuldigd was.

Het Hof van Beroep floot de fiscus terug.

Er dient volgens het Hof een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen:

1/Ongelijke toebedelingen ingevolge rechtshandelingen verricht tijdens het leven van de echtgenoten en met uitwerking bij leven. (zoals het geval in casu)

2/Ongelijke toebedelingen ingevolge rechtshandelingen verricht tijdens het leven van de echtgenoten, doch met uitwerking bij overlijden. (bv. via een verblijvingsbeding).

Het Hof stelt dat artikel 2.7.1.0.4 VCF enkel van toepassing is in het laatste geval en aldus de toekenning van huwelijksvoordelen bij leven niet viseert. 

Het concrete gevolg? Er was geen sprake van enig fiscaal misbruik en de overlevende echtgenoot diende geen bijkomende erfbelasting te betalen.  

U merkt het.. nadenken over uw vermogen is maatwerk en dient in de verschillende fases van het leven te worden herbekeken.

Wenst u ook concrete stappen te zetten? Contacteer onze specialisten vermogensplanning: wij werken graag mee aan uw gerust hart voor de toekomst!

Ann Keunen en zomerstagiaire Ine Lacroix