Skip to content Skip to footer

Checklist voor de samenwerking met een buitenlandse (onder)aannemer in de bouw -DEEL 6

Zoals reeds vermeld in onze vorige nieuwsbrief werd op 11 december 2016 een nieuwe wet “houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers” afgekondigd. Deze wet trad in voege op 30 december 2016 en geeft uitvoering aan de Europese handhavingsrichtlijn 2014/67/EU die als doel heeft misbruiken bij detachering te voorkomen en te bestrijden.

Bij deze wet werd ook de Wet van 5 maart 2002 tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers aangepast. Meer bepaald worden de begrippen detachering en gedetacheerde werknemer nader gedefinieerd en worden een aantal bepalingen ingevoerd betreffende de controle van de arbeidsvoorwaarden. Ook zullen de inspectiediensten de mogelijkheid hebben om verschillende documenten op te vragen (een afschrift van de arbeidsovereenkomst, een overzicht van de werkuren, …) en zal de detacherende werkgever een verbindingspersoon moeten aanstellen die desgevallend de voorziene sociale documenten aan de inspectiediensten moet bezorgen en die voor deze diensten ook de contactpersoon is.

Zo wordt een ‘gedetacheerde werknemer’ omschreven als een werknemer die ‘tijdelijk arbeidsprestaties verricht in België’ en die, hetzij gewoonlijk werkt op het grondgebied van één of meer andere landen dan België, hetzij is aangeworven in een ander land dan België.

Om na te gaan of deze personen in België tijdelijke arbeidsprestaties verrichten, moeten alle feitelijke elementen die hun werk en situatie kenmerken worden onderzocht, onder meer:

  • het werk dat voor een bepaalde periode wordt verricht in België;
  • de datum waarop de detachering begint;
  • de situatie voor de werknemer die wordt tewerkgesteld in België en die op die manier wordt gedetacheerd in een ander land dan die waar of van waaruit hij gewoonlijk zijn arbeid verricht;
  • het feit dat de gedetacheerde werknemer die op die manier wordt tewerkgesteld in België, na de beëindiging van de werkzaamheden of de dienstverrichting waarvoor hij was gedetacheerd, terugkeert of geacht wordt zijn activiteit te hernemen in het land van waaruit hij werd gedetacheerd;
  • de aard van de activiteiten;
  • de werkgever die de werknemer detacheert, zorgt voor het vervoer, de kost en inwoon of accommodatie of dat deze door hem wordt terugbetaald en waar dit het geval is, op welke wijze hierin is voorzien of op welke manier dit wordt terugbetaald;
  • alle eerdere tijdvakken waarin dezelfde of een andere gedetacheerde werknemer de betrokken werkzaamheden heeft verricht.

De ‘detacherende werkgever’ wordt omschreven als de natuurlijke persoon of rechtspersoon die in een ander land dan België daadwerkelijk ‘substantiële activiteiten’ verricht, namelijk activiteiten andere dan uitsluitend intern beheer of administratieve activiteiten.

Om na te gaan of er daadwerkelijk substantiële activiteiten worden verricht worden volgende feitelijke elementen naar voren geschoven:

  • de plaats waar de onderneming haar statutaire zetel heeft en haar administratie wordt verricht, waar zij kantoren heeft, belasting en socialezekerheidspremies betaalt, en waar zij, indien van toepassing, overeenkomstig het nationale recht een vergunning voor de uitoefening van een beroep heeft of is ingeschreven bij kamers van koophandel of beroepsorganisaties;
  • de plaats waar gedetacheerde werknemers worden aangeworven en van waaruit ze worden gedetacheerd;
  • het recht dat van toepassing is op de overeenkomsten van de onderneming met haar werknemers, enerzijds, en haar klanten, anderzijds;
  • de plaats waar de onderneming haar belangrijkste ondernemingsactiviteiten ontplooit en waar zij administratief personeel heeft;
  • het aantal uitgevoerde overeenkomsten en/of grootte van de omzet in het land van vestiging, rekening houdend met onder andere de specifieke situatie van nieuwe ondernemingen en kmo’s.

De lijsten van feitelijke elementen voor de bepaling van een gedetacheerde werknemers en detacherende werkgever zijn niet-limitatieve lijsten en kunnen bij Koninklijk Besluit worden aangevuld en uitgebreid.

Op basis van deze feitelijke elementen kunnen de inspectiediensten en desgevallend ook de rechtbanken nagaan of de gedetacheerde werknemers wel degelijk slechts tijdelijke arbeidsprestaties in België verrichten en of de detacherende werkgever wel degelijk substantiële activiteiten in zijn land van vestiging verricht. De bedoeling is dus reële detacheringssituaties te onderscheiden van schijnsituaties.

Ook zullen de buitenlandse werkgevers verplicht zijn om op vraag van de bevoegde inspectiediensten en dit tot één jaar na de tewerkstelling van de gedetacheerde werknemers volgende documenten voor te leggen:

– een kopie van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde werknemer of een gelijkwaardig document:
– informatie met betrekking tot de vreemde valuta die dienst doet als betaling van het loon, de voordelen in geld of in natura verbonden aan de tewerkstelling in het buitenland, de voorwaarden van de repatriëring van de gedetacheerde werknemer;
– de arbeidstijdenoverzichten met begin, einde en duur van de dagelijkse arbeidstijd van de gedetacheerde werknemer;
– de betalingsbewijzen van de lonen van de gedetacheerde werknemer.

De lijst van opgesomde documenten kan nog bij Koninklijk Besluit uitgebreid worden.

Desgevallend kan op vraag van de bevoegde inspectiediensten van deze documenten een vertaling in één van de landstalen of in het Engels worden gevraagd.

Daarnaast zullen de buitenlandse werkgevers voorafgaandelijk aan de tewerkstelling van gedetacheerde werknemers in België ook een ‘verbindingspersoon’ moeten aanwijzen en dit meedelen aan de bevoegde inspectiediensten, volgens regels die nog verder zullen vastgelegd worden in een uitvoerings-KB.

Deze verbindingspersoon zal het contact verzekeren met de bevoegde inspectiediensten en kan door hen gecontacteerd worden om elk document of advies te bezorgen of in ontvangst te nemen dat betrekking heeft op de tewerkstelling van de gedetacheerde werknemers.


In onze volgende nieuwsbrief gaan we dieper in op de verplichtingen van de buitenlandse aannemer ten overstaan van het PDOK.


Mr. Johan NULENS & Mr. Veerle NIJS