Skip to content Skip to footer

HET NIEUW GOEDERENRECHT: DE BURENRELATIES, KOMT U ER NOG AAN UIT?

We kennen allemaal de uitspraak “beter een goede buur dan een verre vriend”, maar het is nu ook weer niet de bedoeling dat jouw buur op elk ogenblik én zonder toelating uw tuin kan betreden.

Hoewel dit het signaal bleek te zijn van de pers, mist een dergelijke voorstelling een enorme toets met de realiteit. Wij voorzien u hiernavolgend dan ook van de nodige nuancering.

Het nieuw goederenrecht bestaat uit een ruim nieuw aantal topics én bepalingen. Deze bestonden niet enkel uit het wettelijk verankeren van de burenrelaties. Tevens werden er bepalingen voorzien omtrent o.a. de toegang tot niet-gebruikte percelen, de erfdienstbaarheden, de erfpacht, het vruchtgebruik, de grote bouwprojecten, etc.

Huidig artikel focust zich echter op de burenrelaties én is dan ook voorzien van de nodige nuanceringen hieromtrent op hetgeen u mocht meekrijgen uit de media.

(1) Eerstens dient de voorziening tot het nemen van preventieve maatregelen te worden aangekaart. Voor het eerst werden de criteria tot het bepalen of er al dan niet sprake is van burenhinder wettelijk verankerd. Deze bestaan uit het tijdstip, de frequentie en de intensiteit van de hinder.

Aldus wordt de mogelijkheid voorzien om preventief op te treden in het geval er sprake is van een gevaar tot ernstige burenhinder.

De preventieve maatregelen kunnen dan ook enkel worden ingeroepen in het geval er sprake is van een bijzonder én ernstig risico op de gezondheid, de veiligheid en/of vervuiling.

(2) Vervolgens is er tevens een tweede luik verbonden aan de wettelijke verankering van de burenrelaties. Dit betreft verscheidene voorzieningen tot het “benutten” en/of betreden van een aanpalend perceel (ZIE 2A T.EM. 2D).

(2A) Dankzij het ladderrecht kon u voor het uitvoeren van onderhouds-of herstellingswerken reeds uw naburig perceel betreden. Dergelijke werken betreffen o.a. het snoeien van de haag of het reinigen van de dakgoot.

Het nieuw goederenrecht breidt dit recht uit tot het uitvoeren van bouwwerken. Dit houdt meer concreet in dat u ter uitvoering van werken op uw eigen perceel een stelling of een kraan kan plaatsen op het perceel van uw buren.

Meteen wordt benadrukt dat dit een tijdelijk recht betreft én dat uw buur van de mogelijkheid moet worden voorzien dit te weigeren. Weigeringsgronden kunnen bestaan uit de niet noodzakelijkheid het aanpalend perceel te benutten of omdat uw buur diens eigen tuin zelf nodig heeft om werken uit te voeren.

Essentiële voorwaarden betreffen het gegeven dat men (a) telkens de minst hinderlijke manier dient te benutten én (b) in het geval er zich schade zou voordoen deze dient te worden vergoed door zij die gebruik maken van uw perceel.

In het geval er sprake is van een aanhoudende discussie omtrent het benutten van het perceel van uw buur dient men zich tot de Vrederechter te wenden. Het is dan ook de Vrederechter die een afweging van beide standpunten zal maken én de minst hinderlijke manier zal aanduiden.

(2B) Vervolgens werden ook duidelijkere regels gesteld omtrent beplantingen én de afstand van de perceelgrens.

De afstand van een boom t.a.v. de perceelgrens was voor 1 september afhankelijk van het gegeven of deze een hoogstammige of laagstammige plant betrof. Hetgeen voor veel onduidelijkheid mocht zorgen.

De nieuwe regel focust zich dan ook simpelweg op de hoogte van de plant. Bomen van méér dan 2 meter dienen ten minste op 2 meter van de perceelgrens te staan. Kleinere bomen of struiken op minstens een halve meter.

Indien uw buur deze minimale afstanden niet respecteert, kan u deze bomen laten rooien of snoeien. Doch enkel indien deze minder dan dertig jaar te dicht bij de perceelgrens staan. U dient volledigheidshalve eveneens rekening te houden met het algemeen belang, waaronder deze van het leefmilieu.

In het geval van betwisting is het wederom aan de Vrederechter om de juiste afweging te maken én standpunt in te nemen.

(2C) Verder mocht eveneens het snoeien van overhangende takken enige wijziging ondergaan. Onder het oude goederenrecht kon men enkel doorschietende wortels van de boom van de nabuur verwijderen. Omtrent de overhangende takken moest men telkens de eigenaar aanmanen tot het snoeien.

Het nieuw goederenrecht voorziet u van de mogelijkheid tot het eveneens verwijderen van deze overhangende takken. Hetgeen dus eigenmachtig, maar voor rekening van de buur dient te geschieden.

Voorafgaandelijk geldt wel de voorwaarde dat men de nabuur in gebreke stelt per aangetekende zending én de nabuur ten slotte moet nalaten om binnen een termijn van 60 dagen het nodige te doen.

(2D) Tenslotte mocht de media de indruk opwekken dat men uw tuin kan betreden zonder toestemming indien een zaak of dier op uw perceel mocht terechtkomen.

Deze voorstelling is echter simpelweg fout. Men dient telkens voorafgaandelijk toestemming te vragen vooraleer men iemands eigendom zal betreden.

Het nieuw goederenrecht wijzigt de oude situatie enkel als volgt: indien op onopzettelijke wijze een zaak of dier op uw eigendom terechtkomt, dient deze te worden teruggeven.

Vóór 1 september was er geen wettelijke verankering omtrent het daadwerkelijk teruggeven van zaken of dieren die per ongeluk op uw eigendom terechtkomen. Uiteraard spreekt het voor zich dat u de kat van de buren niet als uw eigen kat kan beschouwen, simpelweg omdat deze uw tuin mocht binnenwandelen.

Uit de wettekst valt aldus af te leiden dat u in principe de keuze heeft tussen het enerzijds teruggeven van de zaak of het dier, en het anderzijds verlenen van de nodige toegang tot uw tuin om deze eigenhandig terug te nemen.

Indien er wordt geweigerd enige medewerking te verlenen, vindt men in principe de nodige steun terug in de wettekst. Doch kan men geenszins overgaan tot het betreden van de tuin van uw buur zonder diens voorafgaandelijke toestemming.

Ook hier dient men zich telkens te wenden tot de Vrederechter, dewelke definitief standpunt zal innemen.

Er kan worden geconcludeerd dat de spectaculaire krantenkoppen dienen te worden gematigd. Essentieel in het hele gebeuren is de rol van de Vrederechter en diens appreciatiebevoegdheid, voorzien in de hierboven aangehaalde wettelijke verankeringen.

Voor meer vragen omtrent het nieuw goederenrecht staan onze specialisten voor u klaar.

Moira BLASCETTA

Advocaat

[email protected]

011/28.64.22