Skip to content Skip to footer

MOGELIJKHEID TOT HET SLUITEN VAN OPEENVOLGENDE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD VOOR WERKNEMERS DIE IN TIJDELIJKE WERKLOOSHEID VERKEREN

De wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie voorziet in een aantal steunmaatregelen dewelke genomen worden in het kader van de tweede coronagolf.

Er worden onder meer een aantal arbeidsrechtelijke maatregelen ingevoerd die de vlotte arbeidsorganisatie en tewerkstelling tijdens het corona-virus in bepaalde sectoren en/of instellingen garanderen.

Deze nieuwsbrief heeft enkel betrekking op de versoepeling van de regels inzake de mogelijkheid om opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur af te sluiten.

In overeenstemming met artikel 10 van de Arbeidsovereenkomstenwet worden in beginsel werkgever en werknemer verondersteld een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te hebben aangegaan indien zij verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde duur hebben afgesloten, tenzij de werkgever het bewijs kan leveren dat deze overeenkomsten van bepaalde tijd gerechtvaardigd zijn wegens de aard van het werk of wegens andere wettige redenen.

Op deze algemene basisregel voorziet artikel 10bis van de Arbeidsovereenkomstenwet twee afwijkingen:

1.Er kunnen maximaal 4 arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd worden gesloten, waarvan de duur telkens minimaal 3 maanden bedraagt. De totale duur van deze opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur mag echter de termijn van 2 jaar niet overschrijden. 

2.Met de voorafgaande toestemming van de FOD WASO (Toezicht op Sociale Wetten) kunnen er overeenkomsten voor bepaalde tijd gesloten worden waarvan de duur telkens minimaal 6 maanden dient te bedragen. De totale duur van deze opeenvolgende arbeidsovereenkomsten mag 3 jaar niet overschrijden.

Enkel in deze twee bovenstaande gevallen kunnen partijen opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur sluiten zonder dat dit een arbeidsrelatie van onbepaalde duur doet ontstaan.

De wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie voorziet evenwel in een tijdelijke afwijking op deze algemene regel.

Zowel werkgevers uit de zorgsector en het onderwijs, alsook de werkgevers die instellingen en centra exploiteren die belast zijn met contactopsporing hebben de mogelijkheid om opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur te sluiten zonder dat zij verondersteld worden een overeenkomst voor onbepaalde tijd te hebben aangegaan.

Deze tijdelijke afwijking is enkel van toepassing ingeval de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voldoen aan 3 cumulatieve voorwaarden:

1.De arbeidsovereenkomst dient minstens een duur te hebben van 7 dagen;

2.De arbeidsovereenkomst wordt gesloten met werknemers die in tijdelijke werkloosheid verkeren;

3.De arbeidsovereenkomst wordt gesloten met een andere werkgever dan de werkgever waarbij de werknemer in tijdelijke werkloosheid verkeert.

De werknemer heeft het recht de arbeidsovereenkomst zonder opzegging te beëindigen.

Deze maatregel geldt minstens tot 1 april 2021. Het is evenwel mogelijk dat deze maatregel nog wordt verlengd in de toekomst.

Artikelen 41 en 42 Wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, BS 30 december 2020

Leen VANDENHOLT