Skip to content Skip to footer

REEKS : HET NIEUWE ERFRECHT – TOPIC 3 – DE PUNCTUELE ERFOVEREENKOMST : een erfrechtelijk deelakkoord.

De wijziging van het erfrecht voorziet een aantal ingrijpende wijzigingen die wij in deze reeks afzonderlijk uiteenzetten. De nieuwe wet zal van toepassing zijn op alle overlijdens die plaatsvinden vanaf 1 september 2018. Overlijdt u vóór 1 september 2018, dan zijn de oude regels nog van toepassing. (*) We besteden in deze nieuwsbrief aandacht aan één onderdeel ervan: de punctuele erfovereenkomst. Het betreft een individuele akte waarbij een erfrechtelijk deelakkoord wordt vastgelegd voor een specifieke rechtshandeling met invloed op de latere erfenis en waarvoor het niet noodzakelijk is dat alle familieleden hiermee instemmen.

De achtergrond van de nieuwe regels hield verband met het verbod om afspraken te maken over een nog niet opengevallen nalatenschap. De nieuwe wet voorziet niet de afschaffing van dit verbod doch houdt wel een opmerkelijke versoepeling ervan in zoals blijkt uit navolgend overzicht:

1.(oude wet) Wanneer een erflater een schenking deed aan een kleinkind werd deze gift van rechtswege beschouwd als buiten deel waardoor er conflicten ontstonden tussen de kinderen zelf omdat bv één kleinkind van de erflater reeds begunstigd werd en de andere kleinkinderen niet. Het begiftigde kleinkind is immers geen reservataire erfgenaam maar diens vader/moeder wel.

Welke (toekomstige) mogelijkheden biedt de nieuwe wet? De nieuwe wet laat toe dat een punctuele erfovereenkomst wordt gesloten waarbij het kind er zich toe verbindt om in te brengen wat zijn kind (het kleinkind dus) van de erflater heeft verkregen. Op die wijze wordt een generatiesprong mogelijk zonder dat de overige reservataire kinderen van de erflater hierdoor worden geschaad.

2. (oude wet) In het verleden gold het principe dat de schenking van roerende goederen, (bv geld) dienden gewaardeerd te worden nominaal, meer de intresten vanaf datum overlijden. De schenkingen van onroerende goederen dienden echter geherwaardeerd te worden op datum overlijden van de respectieve erflater of erflaters. Wanneer er een grote periode verstreek tussen de datum van de schenking en het overlijden had dit tot gevolg dat de begiftigde van een som geld (die hiermee bv een bouwgrond kocht) en de begiftigde van een bouwgrond een verschil ontstond van 1 op 6 of nog meer. De som van 20.000 € bleef 20.000 € en de bouwgrond ter waarde van 25.000 € werd soms 150.000 € waard.

Onder de oude wet konden ook geen diensten erfrechtelijk worden getoetst en bleven ze buiten de verrekeningen.

Welke (toekomstige) mogelijkheden biedt de nieuwe wet? De nieuwe wet laat de mogelijkheid toe dat de waarde van de onroerende schenking definitief wordt bepaald op de dag van de schenking zelf waardoor geen herwaardering meer dient te geschieden.

De nieuwe wet geeft de mogelijkheid voor broers en zussen om de waarde te bepalen van een dienst die één van hen ontving (zoals bv hulp bij de bouw van een woning) zodat dit later niet meer kan worden betwist.

3. (oude wet) In het verleden voorzag de wet dat een geschonken vruchtgebruik (aan echtgenoot of wettelijk samenwonende) slechts ophield na het overlijden van de begiftigde(n) waardoor de kinderen van de erflater het overlijden van de begiftigde(n) dienden af te wachten alvorens de vruchten van de nalatenschap daadwerkelijk te kunnen genieten.

Welke (toekomstige) mogelijkheden biedt de nieuwe wet? De nieuwe regeling laat toe dat de schenker voorziet dat het vruchtgebruik stopt bij het overlijden van de schenker – erflater waardoor de positie van de erfgenamen van de erflater wordt versterkt.

4. (oude wet) In het verleden was het onmogelijk om te verzaken aan een vordering tot inkorting.

Welke (toekomstige) mogelijkheden biedt de nieuwe wet? De nieuwe regeling maakt het mogelijk om een verzaking vast te leggen aan de mogelijkheid tot het instellen van een vordering tot inkorting ten aanzien van een welbepaalde schenking. Bij leven stemmen dan alle kinderen ermee in om t.a.v. een welbepaalde erfgenaam af te zien van hun reserve op een welbepaald goed dat geschonken werd.

5. (oude wet) In het verleden ontstonden er problemen indien een geschonken onroerend goed nogmaals geschonken werd aan een kleinkind vermits de finaal begiftigde blootstond aan een vordering tot inkorting.

Welke (toekomstige) mogelijkheden biedt de nieuwe wet? De nieuwe wet laat toe dat in de schenkingsakte de instemming wordt opgenomen van de schenker, van de begiftigde , en van de andere reservataire erfgenamen , om de geschonken goederen verder ten kosteloze titel te mogen overdragen naar de volgende generatie, met afstand van het recht op inkorting ten opzichte van deze derden die de goederen ten kosteloze titel verkregen. In de akte bevestigen de andere kinderen dat ze geen inkorting zullen vorderen, ook al heeft de schenking impact op hun individuele reserve.

De punctuele erfovereenkomst zal dan ook als een instrument worden aangewend om een grotere zekerheid te creëeren omtrent de overdracht van vermogens bij leven.

(*) de oude regels blijven toch nog van toepassing indien de erflater – tussen 1 september 2017 en 1 september 2018 – bij de notaris een verklaring aflegt tot behoud van de oude regels)

René KUMPEN